Kapel van voormalige Hoogteburcht - Langs Heilige Huizen

Go to content

Main menu:

Kapel van voormalige Hoogteburcht

KERKEN EN KAPELLEN > Valkenburg

Kapel van het Kasteel van Valkenburg.

Ridderzaal.

KAPELLEN VAN HET KASTEEL VAN VALKENBURG
EN VAN DE FLUWEELENGROT

Grendelplein 13/Daelhemerweg 27, 6301 BS Valkenburg aan de Geul.
Nederlands enige hoogtekasteel bestond o.m. uit een verdedigingstoren, ridderzaal, artilleriekamer en een kapel.

Joseph Crolla meldt in 1921 het volgende over de kapel:
"De kapel is juist vierkant met eene afmeting naar elke zijde van 11,20 meter of 38 voet, in aanmerking nemende, dat de er zich bevindende dwarsmuur later is opgetrokken. Zij was georiënteerd, d.i. het altaar stond aan de oostzijde en had een vier-vakkig kruisgewelf, rustende op een hoofdpilaar en op acht muurpilasters."
Het muurwerk vertoont hier sporen van herhaaldelijke verbouwingen, waarvan de laatste plaats had onder heer Jan, den laatsten vorst uit het geslacht der Valkenburg-Limburgsche dynasten. In 1281, bij de verheffing van Valkenburg tot zelfstandige parochie werd tevens bepaald dat de slotkapel bediend zou worden door een kapelaan. In 1472, dus na het verdwijnen der eigenmachtige heeren, wordt nog een slotkapelaan vermeld, die met drossaard Dirk van Pallandt ten oorlog trok. Bij de sloping van het kasteel in 1672 is de kapel blijkbaar het meest gespaard. De vloeren der vertrekken bestonden uit kleine vierkante en ruitvormige verglaasde tegeltjes van verschillende kleuren, terwijl de hoge boogramen op het slotplein, alsmede de kleinere naar de stadszijde, denkelijk met gekleurde ruitjes zullen zijn bezet geweest.

Drs. J. Sprengers meldt over de Kapel het volgende (mei 1939):
"In 1281 werd Valkenburg tot een onafhankelijke parochie verheven.  In de bisschoppelijke brief van 1281 werd tevens vastgelegd, dat drie priesters te Valkenburg zouden aangesteld worden van wie één de kapel van het slot, een ander die van het gasthuis, en de derde het altaar van St. Joris in de kerk zouden bedienen."

In 1439/1440 heeft Meister Frederik 'glazemacker van Tricht':
"eyne nuwe vinster al nuwe gemaict eyn andere grote vinster boven den altaar gestoept geslaigen te gader voir 32 voet gelaze ongepontieert…."

in 1473/1474 maakte Mr. Peter van Veilt “Mr. Tymmerman”
“…. Eyne nuwe doere in der capellen ain eynre cameren”, waarvoor Mr. Willem slootmaicher van tricht een slot “mit eynen vircken” leverde.

Zicht vanaf het Kasteel van Valkenburg over de Vestingstad Valkenburg.

ST. MICHAELSBEELD 1860
In de volksmond ‘D’n Ingel op de Rewien’. St. Michael was de aanvoeder van de hemelse engelen tegen de duivel. Hij torent hoog boven het middeleeuwse stadje in het Geuldal.

Meer info: www.kasteelvalkenburg.nl

Tijdens de opgravingen in de kapel in 1931 zijn overblijfselen van later aangebrachte muren gevonden, die de kapelruimte verdelen in vier afzonderlijke vertrekken.  
De kapel werd in geval van nood en vóór het tot kapel was ingericht, voor allerlei doeleinden gebruikt.

Rondom werd het kasteel beschermd door stadsmuren en een droge gracht, later opgehoogd met traptreden (Nederlands enige trappenstraat). Het kasteel beleefde diverse belegeringen. Het gangenstelsel dat ontstaan was door het delven van mergelbouwsteen, werd door de ridders gebruikt als geheime vluchtgang.

Bron: Archief “Stichting Kasteel van Valkenburg”

De kapel welke 1,65 meter lager ligt dan de vloer van de (ridder)zaal bestaat uit een 2-beukige ruimte, welke door een hardstenen zuil, waarvan de schatdoorsnede 0,90 m bedraagt, was verdeeld in 4 gewelfvlakken. De zuid-oost travee is afgesloten door vijf zijden van een achthoek en is georiënteerd. Het mergelgewelf werd gedragen door muurzuilen op basementen.
De afsluitende gordelbogen, welke de kapeltravee vormden, zijn aangezet op laat gotische bladkapitelen van mergel. De overige gordelbogen ontspringen uit de wandzuilen zonder kapiteel en verdwijnen in de zuid-oost en noord-oost wand zonder meer in de afgeschuinde hoeken der travee. Het metselwerk der afschuiningen is niet in verband gemetseld met de aangrenzende muurvlakken. De zuid-west en noord-oost wand zijn voorzien van vensters, welke later vergroot zijn. De oorspronkelijke (vensters) waren gewelfd en voorzien van twee strekken welke onder een hoek bij elkaar kwamen.

Zowel in de zuid-oost als in de noord-oost travee stonden altaren, waarvan in de noord-oost travee de sporen nog duidelijk zijn te zien. De bevloering van de kapel bestond uit kleine ruitvormige tegeltjes.
De altaren worden vermeld omstreeks 1520 en waren toegewijd aan Johannes de Evangelist en aan de H. Maagd.

Stadsomwalling met zicht op Kasteelruïne.

Het Kasteel werd definitief verwoest in 1672 door Stadhouder Willem III.

IN DE FLUWEELENGROT bevindt zich een kapel uit de Franse revolutie, 18e eeuw. Daar werden ‘verboden’ missen opgedragen. Zie Ondergrondse Kerken. Ook in de 2e wereldoorlog, tijdens de bezetting door de Duitsers, diende de grot als schuilplaats voor de Valkenburgse bevolking en het Amerikaanse leger.




DE VOORMALIGE JOODSE BEGRAAFPLAATS bevindt zich aan de 'Dwingel' langs de trappenstraat van de kasteelruïne in de van Meijlandstraat.
De huidige Joodse begraafplaats bevindt zich op de Algemene Begraafplaats Cauberg.

 
Back to content | Back to main menu